Naar de inhoud
Tekst grootte

Onderzoek herkennen en bespreken depressie en angst bij volwassenen met een visuele beperking

Nieuws
Geplaatst op: 28 september 2022

Laagdrempelige ondersteuning

Edine van Munster: ‘Voor mensen met een visuele beperking is binnen ons project een toegankelijke flyer ontwikkeld die meer informatie geeft over depressie- en angstklachten in relatie tot het hebben van een visuele beperking en de mogelijkheden tot ondersteuning. Indien iemand niet lekker in zijn of haar vel zit, is het mogelijk om contact op te nemen met de huisarts of – als mensen al zorg krijgen van Bartiméus, Visio of de Robert Coppes Stichting – om dit met een hulpverlener van deze organisaties te bespreken. De hulpverlener kan vervolgens een onderbouwde inschatting maken van de ernst van de klachten, een stukje psycho-educatie bieden en, indien gewenst, verwijzen. Als onderdeel van de (laagdrempelige) stapsgewijze ondersteuning die vanuit Bartiméus, Visio en de Robert Coppes Stichting geboden wordt, ontvangen mensen een zelfhulpcursus waarin zij, met gepaste ondersteuning, op verschillende momenten kunnen nagaan in hoeverre zij depressieve of angstklachten hebben en oefeningen aangereikt krijgen om daarmee om te gaan.’

Screeningsvragenlijst

‘Uit onderzoek blijkt dat het van belang is om hulpverleners in te laten zien dat zij een belangrijke rol kunnen spelen in het herkennen en bespreken van depressie en angst bij volwassenen met een visuele beperking. Bovendien moeten hulpverleners (huisartsen, oogartsen, oogheelkundig personeel en expertisemedewerkers binnen Bartiméus, Visio en de Robert Coppes Stichting) zich voldoende bekwaam voelen om klachten te herkennen en te bespreken en zich gesteund voelen door hun werkgever en collega’s. Om dit te bereiken is het verstrekken van informatie over depressie en angst bij volwassenen met een visuele beperking aan hulpverleners en het duidelijk maken van behoeften van cliënten ten aanzien van de rol van hulpverleners een belangrijke eerste stap. Het is daarbij van belang dat hulpverleners vertrouwen hebben in hun eigen kennis en handelen. Herkennen van depressie- en angstklachten is niet altijd even makkelijk. Klachten als concentratieproblemen, slaapproblemen of lichamelijke klachten kunnen hun oorzaak hebben in de visuele beperking, terwijl deze ook kunnen wijzen op mentale gezondheidsproblemen. Het gebruik van een screeningsvragenlijst kan hulpverleners helpen om klachten te signaleren en het gesprek met cliënten hierover aan te gaan. Zodra er vermoedens zijn van mentale klachten, helpt het als hulpverleners op voorhand weten hoe zij hiermee om kunnen gaan. Naast het aanbieden van informatie, is het aanbieden van handvatten om een gesprek hierover te voeren belangrijk. Tot slot helpt het als hulpverleners het gevoel hebben dat het signaleren en bespreken van depressie en angst ook voor collega’s en managers een belangrijk onderwerp is, en dat zij hier ondersteuning bij kunnen vragen. Het advies is dan ook om mentale gezondheid onderdeel van de zorg te maken, bijvoorbeeld door standaard gebruik te maken van screeningsinstrumenten.’

Leertraject

‘Deze inzichten zijn omgezet naar een leertraject voor hulpverleners werkzaam binnen de Robert Coppes Stichting, Visio en Bartiméus, en voor oogheelkundig personeel werkzaam op de afdeling oogheelkunde in ziekenhuizen. Het leertraject is afgestemd op de behoeften en mogelijkheden van de hulpverleners, maar ook op de rollen die zij vervullen in het proces. Het oogheelkundig personeel focust zich, binnen de mogelijkheden van hun functie, op het signaleren, informeren en verwijzen van cliënten met een oogaandoening. De expertisemedewerker binnen de Robert Coppes Stichting, Visio en Bartiméus heeft meer ruimte om uitgebreider met de cliënt stil te staan bij de signalen, waarbij hen ook geleerd wordt om gebruik te maken van een screeningsinstrument. Op dit moment is het leertraject nog niet voor iedere hulpverlener beschikbaar, omdat er nog een onderzoek naar de effectiviteit en de haalbaarheid van het leertraject loopt. Op basis van deze resultaten kan het traject geoptimaliseerd worden. Naar verwachting resulteert dit ook in een versie gericht op huisartsen. We verwachten dit onderzoek in maart 2023 af te ronden, waarna het leertraject in de praktijk beschikbaar komt.’

Stepped care

‘Er zijn verschillende mogelijkheden om blinde en slechtziende volwassenen met depressie- of angstklachten te ondersteunen, zoals met cognitieve gedragstherapie en zelfmanagementprogramma’s. Specifiek voor blinde en slechtziende volwassenen van 50 jaar en ouder is het stepped care programma ontwikkeld. Dit programma is ontwikkeld door onderzoekers van de afdeling Oogheelkunde Amsterdam UMC, locatie VUmc (o.a. prof. dr. Ruth van Nispen en dr. Hilde van der Aa), en wordt aangeboden door Bartiméus, Visio en de Robert Coppes Stichting. Het programma bestaat uit 4 opeenvolgende fases, waarbij de hulp steeds intensiever wordt. Cliënten starten met de minst intensieve vorm van hulp en gaan naar een volgende stap als klachten onvoldoende afnemen. Stepped care wordt binnen de genoemde organisaties uitgevoerd door maatschappelijk werkers die een training hebben ontvangen om dit programma zo optimaal mogelijk uit te voeren. Ook onderdeel van stepped care is de speciaal ontwikkelde zelfhulp cursus ‘Blik op je dip’, die expliciet aansluit bij de doelgroep van mensen met een visuele beperking en die gebaseerd is op cognitieve gedragstherapie.’

Doorontwikkelen

‘Onderzoek heeft aangetoond dat zowel depressie- als angstklachten afnemen gedurende het stepped care programma. Ook zien we een significante afname van het aantal GGZ-verwijzingen en ziekenhuisopnames door deze laagdrempelige interventie in een vroeg stadium van de klachten in te zetten, wat een kostenbesparing oplevert. Tot op heden wordt stepped care alleen ingezet bij 50-plussers. Op dit moment voeren onderzoekers van de afdeling Oogheelkunde Amsterdam UMC, locatie VUmc (promovendus drs. Rob van der Linden), in samenwerking met de Robert Coppes Stichting en Visio een onderzoek uit naar het doorontwikkelen van het stepped care programma, zodat dit ook beschikbaar komt voor volwassenen van 18 jaar en ouder.’