Telefoonnummers belangrijk bij een ongeval
Geplaatst op: 5 oktober 2023Op deze pagina vind je de tekst uit een protocol gepubliceerd door Traumahond.nl. Het geeft vijf duidelijke regels/normen over hoe om te gaan met een ongeval bij iemand met een assistentiehond.
Inleiding
Nu er meer en meer assistentiehonden in de maatschappij werkzaam worden is het noodzakelijk
dat ook (professionele) eerstehulpverleners hiermee bekend raken. In dit protocol gaan we in op
de omstandigheden en do-and-dont’s rondom hulpverlening aan een slachtoffer met een
assistentiehond.
De regels in het kort
1. Bewaak de veiligheid van assistentiehond en eigenaar
2. Laat de assistentiehond altijd bij eigenaar blijven indien de situatie dit toelaat
3. Betrek de hond bij de te verlenen eerstehulp
4. Soms is medische informatie/medicatie van eigenaar aanwezig op de hond
5. Respecteer de privacy van de assistentiehond-eigenaar
Uitleg regels
1. Bewaak de veiligheid van assistentiehond en eigenaar
In een situatie waarin een eigenaar van een assistentiehond gewond raakt zal in eerste instantie
wellicht ook de veiligheid van beiden in het gedrang kunnen komen. In de openbare ruimte kan de
hond schrikken en vluchtgedrag vertonen, kunnen aspecten aanwezig zijn die gevaarlijk zijn voor
beiden. Reizen in hondenbench, openbaar vervoer en/of ander (invalide)voertuig maken het er
niet gemakkelijker op. Organiseer de plek waar hulp wordt verleend dan ook zodanig dat de
veiligheid van beiden is geborgd en geborgd blijft. Een assistentiehond is goed getraind maar blijft
een dier. Laat bij twijfel ook een dierenarts ter plaatse komen die de hond kan nakijken!
2. Laat de assistentiehond altijd bij eigenaar blijven indien de situatie dit toelaat
Een van de belangrijkste regels in dit protocol! Realiseer je dat de assistentiehond een verlengstuk
is van zijn eigenaar. Een twee-eenheid! De hond kent de eigenaar door en door en vice versa.
Instinctief of door training weet de hond wat te doen voor zijn baas. Organiseer dan ook dat de
hond meegaat met zijn baas in ambulance of taxi.
Mocht dit allemaal niet lukken, organiseer dan dat de hond achter zijn baas aan reist. Nagenoeg
alle assistentiehonden dragen een tuig met daarop vermeld de hondenschool. Neem daar dan
onmiddellijk contact mee op. Sommige honden dragen ook een penning met daarop het
telefoonnummer van een contactpersoon. Die kan zich dan over de hond ontfermen.
Waak ervoor dat de assistentiehond niet door politie of dierenambulance naar een asiel wordt
gebracht. Dat kan namelijk dermate traumatisch zijn dat de hond daarna niet meer als
assistentiehond kan werken en wordt afgekeurd!
3. Betrek de hond bij de te verlenen eerste hulp
Zoals hiervoor al geschreven; De hond kent de eigenaar door en door en vice versa.
Instinctief of door training weet de hond wat te doen voor zijn baas. Denk aan een
epilepsiehond die zijn eigenaar uit de “schermtoestand” haalt na een insult, aangeeft
wanneer er een hypo/hyper dreigt in het geval van een diabeteshond of die de
emotionele toestand van zijn eigenaar beheersbaar houdt bij de PTSS-hond. Als
hulpverlener help je door geruststellend en hardop te spreken tegen eigenaar én hond.
Kijk goed naar wat de hond aangeeft, laat hem zijn werk doen zoals hij dat gewend is.
Uiteraard moet dat wel kunnen.
Als het écht niet anders kan laat je de hond door een ander op veilige afstand vasthouden doch
zodra het mogelijk is breng je beiden weer bij elkaar.
4. Soms is medische informatie/medicatie van eigenaar aanwezig op de hond
Sommige assistentiehonden dragen belangrijke medische informatie bij zich van hun eigenaar,
noodzakelijk voor de professionele hulpverlening. Denk dan aan allergieën voor bepaalde
medicijnen, noodnummers van behandelend artsen of medische gegevens. Het kan ook zijn dat de
hond een noodvoorraad medicatie bij zich draagt. Geef in de eerste melding aan 112 aan dat deze
informatie/medicatie aanwezig is indien de situatie daarom vraagt.
5. Respecteer de privacy van de hulphond-eigenaar
Het is stuitend om als gebruiker van een assistentiehond soms mee te moeten maken hoe anderen
onbeschaamd vragen stellen of reageren op een assistentiehond. Vragen als: “Waarom heeft u een
assistentiehond?” en “Waarom mag ik hem niet aaien?”, scoren hoog maar ook knap irritant is het
als je ergens loopt en nog net hoort dat iemand tegen een ander zegt: “Hé,…Kijk, kijk! …..een
assistentiehond!”. Alsof je een soort bezienswaardigheid bent. Soms moet je ook wel 4-5 keer op
een dag uitleg geven over de assistentiehond of neemt men aan dat je de trainer bent omdat ze
geen zichtbaar handicap zien aan de gebruiker. Maar sommige dingen zie je niet!
Gebruikers van een assistentiehond hebben niet zomaar een assistentiehond en realiseren zich
maar al te goed dat ze opvallen. Iets dat ze niet willen. Tast dus af of er ruimte is voor een gewoon
gesprek met de eigenaar. Realiseer je daarbij het bovenstaande. Vaak willen ze best even contact
maar dan gewoon op een normale manier, zoals je dat ook naar iemand doet zonder hond. Voor
sommigen gebruikers is contact maken juist een reuzenstap (PTSS!). Respecteer dat! Laat iemand
in zijn waarde! Maak ook onder geen enkel beding contact met de assistentiehond zonder de
uitdrukkelijke toestemming van de eigenaar! Dus niet overmatig kijken naar de hond, geen
lokgeluidjes maken, niet aaien, niet voeren, geen plotse bewegingen. Negeer de assistentiehond!
Samenvattend
Assistentiehonden zijn zeer sociale wezens, zijn goed opgevoed en zien er zeer aaibaar uit. Maar
zoals de naam het al zegt assisteren ze hun gebruiker, vaak voor zaken die je van buitenaf niet ziet
maar die wèl van levensbelang kunnen zijn. Een assistentiehond en zijn gebruiker zijn 24/7 bij
elkaar en onafscheidelijk. Ze krijgen ontzettend veel liefde en aandacht van elkaar en komen echt
niks tekort. Behandel een gebruiker daarom ook met terughoudendheid én respect.