Thuis in Nederland: Heijam Alsafadi (1965)
Geplaatst op: 29 mei 2019Door: Marijke Osinga
Heijam Alsafadi staat in de deuropening om mij te ontvangen. Ze lacht vriendelijk naar me. Ik heb met haar afgesproken om haar bij haar thuis in Veenendaal te interviewen. Het appartement bevindt zich in een vele verdiepingen tellende flat in een troosteloze buurt, waar nog veel meer flats staan. Voor openbaar vervoer als trein en bus moet je twintig minuten lopen.
In de woonkamer ontmoet ik Nasser, haar echtgenoot.
Een tv-scherm hangt in een hoek boven de bank. Nasser zet de TV aan en laat zien hoe hij en Heijam proberen de Nederlandse taal onder de knie te krijgen. `Wat was er gisteren aan de hand? Morgen gaat er iets gebeuren.`Deze en soortgelijke zinnen verschijnen op het scherm en worden uitgesproken. Tema, de achttienjarige dochter van Heijam en Nasser, komt binnen. “Kun je ‘er’ ook uit die zinnen weglaten?”, vraagt ze, doelend op de zinnen op het scherm. Tema zit op school in een schakelklas in Maarsen. Ze hoopt een HBO–opleiding te kunnen doen. Ze wil graag binnenhuisarchitect worden.
Onbekende minderheid
Terwijl Heijam koffie zet, begint Nasser een gesprek met mij.
“Wij zijn twee jaar geleden gevlucht uit Syrië. Via Libanon en Turkije zijn we naar Nederland gekomen. We woonden in As–Suwayda. De stad ligt tegen een berg aan van ruim 8.000 meter hoog. De voet begint al op 500 meter. De stad ligt vlak bij de Jordaanse grens.” Bij terugkomst zet Heijam een schaal zelfgebakken koekjes voor mij neer.
Ze zegt: “Nu is het er rustig.”
Een zoektocht op internet leert me dat er in juli 2018 nog 215 doden en 200 gewonden door een terreuraanslag door IS in deze stad zijn gevallen.
“Wij zijn Druzen. We zijn geen Islamieten en ook geen Christenen”, vertelt Nasser verder. In As-Suwayda wonen vooral Druzen. De Druzen zijn een vrij onbekende minderheid in het Midden-Oosten. Vanwege vervolgingen in de afgelopen eeuwen hebben de Druzen hun geloof verborgen gehouden. Wel is van hen bekend dat ze evenals de Joden, de Christenen en de Islamieten in één God geloven. Onderlinge steun wordt in dit geloof als erg belangrijk aangemerkt. Ook de familiebanden zijn bij hen van belang.
“Ik wil graag met Nederlanders spreken”
Heijam gaat bij me zitten, terwijl haar dochter haar hoofd tegen de schouder van haar moeder aanvlijt. Heijam zegt: “Ik heb al vijfentwintig jaar maculadegeneratie (MD). Ik zie nu nog vier procent. Ik heb tien maanden in Visio Het Loo Erf gerevalideerd. Ik heb met de IPhone leren omgaan. Gebruik jij ook een IPhone?”. Het blijkt dat haar IPhone ten gevolge van een storing bij Passend Lezen niet meer voorleest. Het probleem is na een telefoontje met Passend Lezen verholpen.“Ik had contact met Nederlanders toen ik in Het Loo Erf revalideerde. Nu is dat veel minder geworden. Ik wil graag met Nederlanders spreken om de taal te leren”, zegt Heijam. “We gaan een keer per week een uur naar ‘t Turfke om de taal te leren, maar dat is te weinig.” ‘t Turfke is een buurtcentrum in Veenendaal waar onder meer Nederlands als tweede taal wordt gedoceerd.
“Ga je zelf naar de winkels?”, vraag ik Heijam. “Nee, Nasser of Tema gaan altijd met mij mee”, antwoordt ze. “Heb je bij Het Loo Erf leren stoklopen?”, vraag ik. “Ja”, antwoordt ze. “Maar hier heb ik dat niet nodig. Hier lopen Nasser en Tema met mij mee.”
Braille en Nederlands leren
“Ik ben wel elke dag een half uur met braille bezig”, vult ze even later haar verhaal aan. “Wat doe jij overdag?”, vraag ik haar. “Ik maak schoon. Ik leer braille. Ik probeer Nederlands te leren. Daarvoor luister ik naar de tv en naar de boeken van Bibliotheekservice Passend Lezen op mijn IPhone. Ik bel elke dag met mijn kinderen. Ik heb een zoon en dochter die in Duitsland wonen. Ik heb ook een zoon in Utrecht en een dochter in Zwolle. Mijn dochter in Zwolle is zwanger. Misschien kan ik binnenkort voor de baby zorgen. Mijn moeder woont nog in As-Suwayda. Met haar bel ik eenmaal per week. En wat doe jij?”
“Heijam maakt ook creatieve dingen”, zegt Nasser dan. “Op Het Loo Erf heeft ze een kussen gemaakt. En nu is ze een eend met vier kuikentjes voor een kussen aan het borduren.” Tema haalt de kunstwerkjes op en toont ze mij. Het kussen voelt heerlijk zacht. Duidelijk is te zien met hoeveel zorg het is vervaardigd. Het borduurwerk lijkt me ook niet gemakkelijk om te maken.
Syrische koekjes bakken
Terwijl ik op misschien wel mijn vijfde koekje knabbel en de subtiele smaak van chocola en kokos mijn mond vult, glundert Heijam als ik haar zeg dat de koekjes heerlijk zijn en dat ik, als ik bij haar in de buurt zou wonen, graag van haar zou willen leren hoe ik ze zou moeten maken. “Op Het Loo Erf zeiden ze ook dat ik lekker kan bakken”, vertelt ze. Syrisch koken kan Heijam eveneens goed.
“Misschien zou je anderen kunnen leren hoe je Syrisch kookt en bakt. Dan kunnen jouw leerlingen jou op hun beurt de Nederlandse taal leren. Zou dat een idee zijn?” “Dat is goed”, antwoordt Heijam. Via de weg van dit interview hopen we dat mensen contact met Heijam opnemen.
Rustig
Bij mijn afscheid zeg ik tegen Heijam: “Zou je niet liever dicht bij een bushalte wonen?” Nasser zegt iets wat ik niet direct versta. Tema verduidelijkt: “Mijn vader zegt dat we hier goed wonen, dat het hier rustig is.”
Thuis, nadat ik over de verschrikkingen heb gelezen die zich in As-Suwayda hebben voorgedaan, begrijp ik de uitspraak van Nasser. Wat is twintig minuten lopen vergeleken bij de hel die zij achter zich hebben gelaten? Rust en de Nederlandse taal is hun primaire doel.
Contact
Wilt u Heijam helpen het braille beter onder de knie te krijgen? Neem dan contact op met Mirjam Boers, medewerker Ooglijn, via 030-2006315 of mirjam.boers@oogvereniging.nl.
Over Marijke Osinga
Marijke Osinga is jurist. Daarnaast schrijft ze verhalen en houdt ze interviews. Dit laatste doet ze omdat ze graag iets wil doen aan de beeldvorming van mensen met een beperking. Zelf is ze slechtziend en linkszijdig spastisch. Ze heeft een zoon van 16 met wie ze samen in een appartement woont. Bij de Oogvereniging maakt ze deel uit van de ledenraad.