Door: Marijke Osinga
Tonny van Breukelen wil ik graag interviewen omdat zij de spil is waar alles om draait, als het gaat om de taalverwerving en integratie van niet Nederlandstaligen met een visuele beperking in Nederland. Elke organisatie voor mensen met een visuele beperking, waarmee ik contact gehad heb en die ik over dit onderwerp bevraag, verwijst mij naar Tonny.
Ik ontmoet haar voor de Starbucks naast het station in Leiden. Een witte geleidehond staat naast haar. Tonny geeft mij een stevige hand. Haar stem is opgewekt. “Ik zie helemaal niets meer”, zegt ze. “Jij moet maar een plaats uitzoeken.” Omdat het mij ook niet meevalt een geschikt tafeltje te vinden, brengt een medewerker van de zaak ons ernaartoe.
Nederlands als tweede taal
“Ik heb RP. Eind tachtiger jaren ontdekte ik dat ik slechter ging zien. Geleidelijk verslechterde mijn zicht. Nu ben ik al zo`n tien jaar blind”, vertelt Tonny. “Is dat de reden dat je blinde en slechtziende anderstaligen helpt met de Nederlandse taal?”, vraag ik.
“Nee”, antwoordt ze. Er klinkt iets van ongeduld door in haar stem. “Ik heb Nederlands gestudeerd. Ik heb les gegeven aan leerlingen van de bovenbouw van de havo en het vwo. Eind jaren ‘80 was er op de school waar ik werkte, een school waar onderwijs werd gegeven aan volwassenen, behoefte aan docenten NT2 (Nederlands als tweede taal) voor migranten. Velen beschouwden dit als een degradatie. Ik niet. Ik vond het juist een uitdaging. Later ben ik Nederlands aan anderstaligen met een visuele beperking gaan doceren.
Dat heb ik van 1998 tot 2005 gegeven aan groepjes bij Visio, eerst in Amsterdam en later in Leiden. Ik ben er mee opgehouden vanwege het feit dat de taallessen voor migranten bij Visio in deze regio stopten. Dat kwam mij op dat moment goed uit omdat ik toen druk bezig was met mezelf en de achteruitgang van mijn gezichtsvermogen.
Steunpunt Migranten
Nu ben ik een vraagbaak voor veel organisaties die zich met de taalverwerving van anderstaligen bezighouden. Ik word benaderd door vele hulpverleningsinstanties maar ook door scholen en medewerkers van Visio en Bartiméus. Soms door migranten zelf. Ik richtte het Steunpunt Migranten op.”
Tonny verklaart zich nader:
“Taalverwerving binnen het reguliere onderwijs Nederlands aan migranten vormt voor hen die een visuele beperking hebben, vaak een obstakel omdat veel lesmateriaal erg visueel is. Ook het tempo kan een probleem vormen. Verder hebben migranten met een visuele beperking door hun culturele achtergrond soms al een beperking. In veel niet-westerse landen worden mensen met een visuele beperking binnen gehouden uit schaamte. Ook wordt er vaak door de familie voor hen gezorgd, waardoor het voor hen soms niet gemakkelijk is zelfstandig beslissingen te nemen of eigen verantwoordelijkheid te nemen.”
Ontheffing van de inburgeringsplicht
In de Nederlandse wet (de Wet Inburgering) is geregeld dat mensen die van buiten de EU langdurig in Nederland komen wonen, verplicht moeten inburgeren. Dat betekent dat ze een inburgeringsexamen moeten doen of een Staatsexamen Nederlands als Tweede Taal (het NT2-examen). Binnen drie jaar moet het examen worden behaald.
Nu betaalt de overheid aan iedereen die moet inburgeren 10.000 euro in de vorm van een lening. Het geleende geld hoeft niet terugbetaald te worden als de migrant binnen drie jaar inburgert, dus de vereiste examens met goed gevolg aflegt. Lukt dat niet, dan moet de migrant het geleende geld wel terugbetalen.
Bij ernstige lichamelijke of geestelijke problemen kan er ontheffing aangevraagd worden van de inburgeringsplicht. Een ernstige visuele beperking wordt als een grond voor ontheffing gezien. Het gaat meestal om migranten die niet meer met hulpmiddelen zoals loepen kunnen (leren) lezen of schrijven.
Buiten de boot
“Mensen die zo`n ontheffing aanvragen, kennen de gevolgen niet”, zegt Tonny. “Integreren begint met het leren van de Nederlandse taal. Mensen moeten echt inburgeren. Migranten die in Nederland komen, moeten alle hulp krijgen om dit doel te bereiken. Op het moment dat ze ontheffing van de plicht tot inburgeren krijgen, ontvangen ze geen geld meer om lessen te nemen om de Nederlandse taal te leren en krijgen ze geen geld om een opleiding te volgen.
Toegang tot de zorg als bijvoorbeeld revalidatiecentrum Visio Het Loo Erf en het verkrijgen van voorzieningen die het voor hen mogelijk maken om redelijk te kunnen functioneren, zijn bijna onbereikbaar geworden. Want hoe kun je van dergelijke zaken kennis nemen als je de taal niet spreekt of verstaat? Eenzaamheid is het gevolg. Als mensen al op de hoogte zijn van een organisatie als Visio Het Loo Erf, dan is er maar plaats voor 10 tot 12 migranten per jaar, terwijl er duizenden anderstalige migranten zijn die een visuele beperking hebben en van wie velen bij revalidatie gebaat zouden zijn.”
Tonny klinkt zo betrokken. Ik word bedolven met voorbeelden van mensen die door de ontheffing van de inburgeringsplicht buiten de boot gevallen zijn.
“Zo unfair”
Als migranten met een visuele beperking een verblijfsvergunning hebben, zouden ze dezelfde rechten als iedere andere Nederlander moeten hebben. Door die ontheffing blijven ze van veel rechten verstoken, leren ze de Nederlandse taal niet en hebben ze niet de mogelijkheid de participatieladder te beklimmen.”
“Ik vind het zo unfair”, besluit Tonny.
Tonny is nauw betrokken bij de Stichting Beter Zien Anders Kijken in Rotterdam. Sinds 2017 coördineert ze daar Nederlands als Tweede Taal aan anderstaligen met een visuele beperking.
Ook leidt ze taalmaatjes en taalcoaches op voor migranten met een visuele beperking. Daarvoor heeft ze geld gekregen van het Oogfonds en van Novum, het fonds van Visio, en het Bartiméus fonds.
“Ik ben erg blij met deze financiële steun”, benadrukt ze. “Wel zijn er veel meer taalmaatjes en taalcoaches nodig. Zou je dat in je verhaal willen zetten?”
Het levenswerk van Tonny, migranten met een visuele beperking op de rails zetten, is nog lang niet teneinde. De politiek zou warm gemaakt moeten worden om structureel iets te doen voor anderstaligen met een visuele beperking zodat veel meer mensen de mogelijkheid krijgen de Nederlandse taal te leren en te integreren. Het VN-Verdrag Handicap is in 2016 door Nederland geratificeerd en geldt ook voor deze groep met een beperking.
Over Marijke Osinga
Marijke Osinga is jurist. Daarnaast schrijft ze verhalen en houdt ze interviews. Dit laatste doet ze omdat ze graag iets wil doen aan de beeldvorming van mensen met een beperking. Zelf is ze slechtziend en linkszijdig spastisch. Ze heeft een zoon van 16 met wie ze samen in een appartement woont. Bij de Oogvereniging maakt ze deel uit van de ledenraad.