Was Rembrandt stereoblind en had Van Gogh glaucoom? – Deel 2
Geplaatst op: 16 augustus 2023Oogaandoeningen zijn van alle tijden. Maar vroeger was er heel weinig bekend over oogaandoeningen. Ook beroemde kunstenaars zijn hiermee geconfronteerd. In een serie van zes artikelen kijkt Murk Schaafsma naar kunstenaars en hun oogaandoeningen. Waren ze zich van hun oogproblemen bewust en wat betekende dat voor hun werk?
Een bril?
Net als menig ander zullen vele schilders wel een bril nodig hebben gehad om in de verte scherp te zien, of op latere leeftijd een leesbril.
Niet scherp zien lastig
Voor een schilder is bijziendheid (niet scherp in de verte kunnen kijken) even lastig als geen details dichtbij kunnen zien. Een goede bril is uiteraard een oplossing en later een binoculaire bril helemaal. Brillen waren er al vanaf de 14e eeuw, zie het schilderij van een kardinaal met bril op uit 1352, (figuur 1). En het vroegst bekende werk van Rembrandt is nu juist de ‘Brillenverkoper’ uit ca. 1624-1625 (figuur 2).
Figuur 1 - Kardinaal Hugues de Saint-Cher, door Tommaso da Modena uit 1352
Figuur 2 - Brillenverkoper door Rembrandt, 1624-1625
In Rembrandts tijd betekent ‘iemand een bril verkopen’ iemand bedonderen, want de koper ziet niet wat hij koopt.
‘Ik zie de wereld liever onscherp’
Dus ja, schilders zouden gebruik hebben kunnen maken van brillen. Alleen zijn er geen schilderijen van schilders, vaak zelfportretten, met bril. Tot de uitvinding van de bril met poten op of achter het oor in 1730, was de meest gebruikte een knijpbril (pince-nez) of monocle, niet iets om op te houden als je model zit. Ook was het not-done om een bril te gebruiken.
Cézanne, bijziend, zei als hem een bril werd aangeboden: ‘Doe weg die ordinaire dingen!’
Renoir, ook bijziend, zei: ‘Ik zie de wereld liever onscherp.’
Dus als je binnen de kunstenaarswereld een bepaalde naam had dan liet je in ieder geval niet merken dat je een bril had en gebruikte. Zeker niet op een zelfportret.
Door: Murk Schaafsma