Tekst grootte

Was Rembrandt stereoblind en had Van Gogh glaucoom? – Deel 3

Nieuws
Geplaatst op: 7 september 2023

Oogaandoeningen zijn van alle tijden. Maar vroeger was er heel weinig bekend over oogaandoeningen. Ook beroemde kunstenaars zijn hiermee geconfronteerd. In een serie van zes artikelen kijkt Murk Schaafsma naar kunstenaars en hun oogaandoeningen. Waren ze zich van hun oogproblemen bewust en wat betekende dat voor hun werk?

Staar

Staar was iets waar eigenlijk tot het midden van de vorige eeuw niks aan kon worden gedaan. Men ging steeds slechter zien en werd uiteindelijk blind. Wel werden vanaf de achttiende eeuw de troebele lenzen soms verwijderd door ze met een naald onderin het oog te laten vallen, in het oogvocht. Vaak niet erg succesvol door de vele infecties tijdens de ingreep, met blindheid tot gevolg. Later werden de lenzen wat voorzichtiger echt verwijderd, maar zonder een nieuwe lens te plaatsen. Om scherp te zien had je dan een hele sterke bril nodig en zag je kleuren anders, iets blauw-groener. Pas na de Tweede Wereldoorlog werden lensimplantaten ontwikkeld.

Gele of blauwe waterlelies?

Eén van de bekendste schilders met staar is uiteraard Monet (1840-1926). Hij leed al relatief jong aan staar. Hierdoor werden zijn schilderijen van de waterlelies met bruggetjes steeds vager en geler  (figuur 1 en 2). Tot, na lang aandringen van de oogartsen die hij bezocht, zijn lenzen werden verwijderd. Daarna kreeg hij een bril met hele sterke lenzen. Hij zag weer redelijk scherp, maar nu ook met een klein deel van het ultraviolet licht dat de ooglens normaal tegenhoudt. Dit is goed te zien in de waterlelies die hij normaal wit schilderde maar waar hij nu een blauwe kleur aan toevoegt (figuur 3).

Bruggetje over water met waterlelies, schilderij Monet

Figuur 1 – Waterlelies met bruggetje, Monet

Versie schilderij Monet van waterlelies met bruggetje, terwijl hij aan staar leed

Figuur 2 – Waterlelies met bruggetje, Monet die leed aan staar

Waterlelies met blauwere gloed, Monet na verwijdering ooglens

Figuur 3 – Waterlelies, Monet na verwijdering ooglens

Andere oogaandoeningen

Ook maculadegeneratie en glaucoom moeten voor menig schilder een probleem zijn geweest. Maar daar is zeker van oude meesters niks over bekend. Van bijvoorbeeld Edgard Degas (1834-1917) is wel bekend dat hij maculadegeneratie kreeg.

Daarnaast zijn er allerlei theorieën bedacht, soms gebaseerd op de wildste ideeën. Zo zou Mondriaan (1872-1944) groen-kleurenblind zijn geweest, omdat die kleur niet aanwezig is in zijn werk met primaire kleuren. Maar in vroeger werk, van onder andere boerderijen zie je de natuurgetrouwe weergave van alle kleuren, ook groen.

Bij anderen was het hetzelfde als bij de bril, het werd eigenlijk gewoon ontkend dat een bekende schilder een oogaandoening had gekregen. En soms, zoals bij Mary Cassatt (1844-1926), hebben nabestaanden restricties gelegd op de toegang tot persoonlijke brieven en documenten waarin onder andere de problemen met haar zicht zou staan.

Door: Murk Schaafsma

Meer delen bekijken?

Deel 1: Munch

Deel 2: Brillen

Deel 3: Andere algemene oogproblemen

Deel 4: Vincent van Gogh

Deel 5: Rembrandt van Rijn

Deel 6: Conclusie