Naar de inhoud
Tekst grootte

CVI (Cerebral Visual Impairment)

Onze hersenen zijn actief betrokken bij het doorsturen en verwerken van beelden die via onze ogen binnenkomen. Als de hersenen beelden niet goed registreren of verwerken, is er sprake van een cerebraal visuele stoornis, oftewel CVI (Cerebral Visual Impairment). CVI wordt meestal veroorzaakt door een zuurstoftekort tijdens of vlak na de geboorte.

Kenmerken van CVI

Stoornissen bij mensen met CVI variëren: wisselen van gezichtsscherpte, gestoorde oogbewegingen, verminderd details zien, niet herkennen van objecten of gezichten, moeite hebben met oriënteren en uitval van het gezichtsveld.

CVI is een vaak onbegrepen klacht. De gezichtsscherpte van een persoon met CVI kan zó wisselen, dat het niet alleen lastig in te schatten is voor omstanders wat iemand ziet, maar ook voor de persoon met CVI zelf. CVI is niet statisch: wat iemand ziet kan wisselen dagdeel of zelfs per uur. Overprikkeling speelt hierbij een grote rol.

Of iemand met CVI iets wel of niet ziet, heeft weinig met afmetingen te maken, maar met het feit of de hersenen het beeld verwerken of niet. Zo kan bijvoorbeeld iemand een persoon niet zien, maar een pen makkelijk zien liggen. CVI kan zich uiten in een lagere gezichtsscherpte of beperkt gezichtsveld, maar dat is niet altijd het geval. Tijdens een regulier onderzoek bij een optometrist, orthoptist of oogarts wordt CVI daarom vaak niet opgemerkt.

Het visuele ‘hersennetwerk’ is verbonden met andere hersengebieden. Daardoor kunnen er bij iemand met CVI ook andere stoornissen voorkomen zoals motorische of cognitieve problemen.

Begeleiding en informatie

Koninklijke Visio en Bartiméus zijn de expertisecentra in de diagnostiek naar en begeleiding bij CVI.

De Ooglijn

Zit je met een vraag?

De medewerkers van de Ooglijn staan elke werkdag van 09:00 tot 15:30 voor je klaar.

030 29 45 444

Of via mail:

Ledengroepen

Sluit je aan bij onze ledengroepen voor contact met mensen in jouw regio of met dezelfde aandoening

Bekijk ledengroepen